Militaire Willemsorde voor 7de Bataljon Infanterie 1849
Marc Lohnstein, assistent conservator
De hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding, de Militaire Willemsorde (MWO), kan niet alleen aan individuen worden uitgereikt, maar volgens artikel 18 van het Reglement van Administratie en Discipline uit 1815 ook aan korpsen. Op 15 maart krijgt het Korps Commandotroepen deze onderscheiding voor haar optreden in Afghanistan. Het ordeteken met lint wordt dan aan het vaandel van het korps bevestigd.
De eerste militaire eenheid dat een MWO kreeg was een onderdeel van het koloniale leger. Bij Koninklijk Besluit van 11 December 1849 nummer 44 kreeg het 7de Bataljon Infanterie van het Indisch Leger deze hoge onderscheiding. Het bataljon ontving de MWO voor ‘ter zake van de bijzonder uitmuntende diensten, door dat Bataljon bewezen bij het omtrekken en veroveren der versterkingen van Djaga Raga op den 15en en 16en April 1849’.
Op Bali weigerden enkele onafhankelijke vorstendommen de Nederlandse soevereiniteit te erkennen. De Nederlandse koloniale staat wilde erkenning van haar oppergezag vervolgens met wapengeweld afdwingen. Daartoe werden in 1846, 1848 en 1849 militaire expedities uitgerust en uitgezonden.
Tijdens de derde expeditie bestormde de koloniale legermacht op 15 april 1849 tevergeefs een sterke Balinese stelling bij Djagaraga of Djaga Raga. De commandant van de expeditie zond tegelijkertijd het 7de Bataljon Infanterie met 20 sappeurs en 2 mortieren op verkenning. Deze colonne, onder luitenant-kolonel C.A. de Brauw, had de opdracht een route te vinden waarmee de stelling omtrokken kon worden en belegeringsgeschut kon worden opgevoerd.
Het bataljon volgde de loop van een rivier door een ravijn. Dit bracht de eenheid ongezien achter de Balinese stelling. De route was daarmee ontdekt. De Brauw besloot echter niet terug te keren, maar door te tasten. Het bataljon zette de aanval in en veroverde in de rug van de Balinezen enige veldwerken. Enkele tegenaanvallen van met lansen bewapende Balinese troepen werden afgeslagen. De colonne kreeg versterking van het linkerhalf 5de Bataljon Infanterie (3 compagnieën). Pas de volgende ochtend herstelde de colonne de verbinding met de hoofdmacht. De Balinezen moesten de stelling ontruimen.
Op 17 Februari 1850 was er een grote parade te Weltevreden (Jakarta). Daarbij hechtte de Commandant van het Leger, luitenant-generaal K.B. Hertog van Saxen-Weimar, het ridderteken van de Militaire Willemsorde aan het vaandel van het 7de Bataljon Infanterie.
De onlangs aangetreden koning Willem III uitte zijn tevredenheid in een dagorder.
Dagorder
Officieren, onderofficieren, en manschappen van het Leger in Nederlandsch-Indië!
Het is mij een bijzonder genoegen eene zoo uitstekende aanleiding te hebben, als de voorspoedig afgeloopene jongste Balische expeditie, om U allen, maar inzonderheid hun, die aan dezen krijgstogt hebben deelgenomen, Mijne tevredenheid te betuigen voor de daarbij aan den dag gelegde dapperheid en volharding.
Het Indische Leger, ondersteund door onzen wakkere Zeemagt, heeft lauweren verworven op welke het fier kan zijn.
Indien ik slechts aan sommigen het eereteeken der braven kan schenken, Ik wens echter dat allen, die zich met onderscheiding van hunnen pligt hebben gekweten, mogen overtuigd zijn, dat Ik hun lofwaardig gedrag met opmerkzaamheid heb gadegeslagen en hoog waardeer.
Officier, onderofficieren en manschappen van het Indisch Leger! Ik zeg U dank voor de voorbeeldige trouw en ijver, waarmede Gij de schoone doch moeilijke taak vervult, welke U is opgedragen. Gaat voort op den ingeslagen weg. Bewaar de rijk gezegende gewesten, welke aan Uwe waakzaamheid, aan uwen moed zijn toevertrouwd. Het Moederland ziet met welgevallen op Uw edel streven. Deszelfs Leger misgunt U uwen roem niet, het verheugd zich veeleer in den glans uwer wapenfeiten, welke op zijne banieren terugkaatst.Dapper Leger van Nederlandsch-Indië! Mijn hoogachting, Mijne zorg voor Uwe belangen, blijven U gestadig vergezellen.
Gegeven te ‘s-Gravenhage, den
11den December 1849
w.g. Willem
In herinnering aan het gevecht heeft een galerij in het hoofdgebouw van Museum Bronbeek de naam Djagaraga.
Bronnen:
- Herfkens, J.W.F., De expeditiën naar Bali, 1846-1848-1849 met 4 schetsen. Oost-Indische Krijgsgeschiedenis I. Koninklijke Militaire Academie Lithographie, z.p. [Breda]1902.
- Moolenburgh, J.H., Geschiedkundig overzicht onzer vaandels (Vervolg van bldz. 82) (Slot.), Indisch Militair Tijdschrift 24 (1893) 7-12, 143-145.