Marthe Gaspar-Raven
“ Malaria is een ziekte, die Uw gezondheid voorgoed kan bederven, terwijl zij ook de gevechtswaarde van een leger kan vernietigen.
Kinine, afkomstig uit de kinabast, werd toegepast als geneesmiddel voor malaria, een van de meest verbreide volksziekten in de tropen. Het belang van dit medicijn werd door Dr. Pleischel al in 1857 treffend verwoord: “Zonder kina en de daaruit bereide stoffen zou ik nòch medicus willen, nòch medicus kunnen zijn.”
In 1854 was de kina met regeringssteun in Tjinjiroean (ten zuiden van Bandoeng) aangeplant. De cultuur ontwikkelde zich zo voorspoedig dat in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog de grootste hoeveelheid kina ter wereld uit Nederlands-Indië kwam.
Ook in legerkringen werd de bestrijding van malaria van het hoogste belang geacht. Immers: “in tropische gebieden kan deze ziekte minstens evenveel slachtoffers maken als de vijandelijke kogels”. De strijd tegen deze gevreesde tegenstander vroeg dan ook van iedereen “een even groote mate van oefening en tucht als in het gevecht tegen den vijand van hem wordt verwacht.”
Malaria nam onder de ziekten, die in het Nederlands-Indische Leger aanleiding gaven tot een permanente ongeschiktheid voor de dienst, zeker wat het Europese gedeelte van het leger betrof, de voornaamste plaats in. Rond 1900 hadden jaarlijks 80 van de 100 Europese en 75 van de 100 inheemse militairen malaria. Het kwam voortdurend voor dat militairen, die bij het uitrukken geheel gezond leken, al gauw geheel onbruikbaar werden voor de velddienst en zo een grote belasting gingen vormen voor de agerende troepen.
Toen door de Japanse bezetting van Nederlands-Indië de kinine schaars begon te worden, gingen de geallieerde legers van Zuidoost-Azië en de Pacific over op het middel mepacrine.
In de kampen aan de Birma Spoorweg en ook aan de Pakan Baroe hebben bijna alle krijgsgevangenen malaria gehad. Slechts in het begin was in sommige kampen nog wat kinine voorradig. W.B. Westhoff, die naar het herstelkamp Nakhom Pathon in Thailand was gebracht, noteerde op 27 september 1944 in zijn dagboek dat het aantal malariapatienten ontzettend opliep, vooral daar men geen klamboes had en de barakken in een sawah lagen, die bijna steeds onder water stond! Kinine werd niet meer verstrekt, “dus maar net doen of er geen koorts is.” werd het parool.
Dit flesje kininesulfaat is vervaardigd door de N.V. Bandoengsche kininefabriek. Deze fabriek werd in 1897 opgericht door Mr. C.W. Baron van Heeckeren.
Collectie Museum Bronbeek
Inventarisnummer 2004/07/28-3
Geschonken door H. Crawfurd, Elst